We verwachtten dat verbeelding de macht zou overnemen, maar het is juist mesquiniteit die is gearriveerd. Misschien is Afrika nog nooit zo kort bij de grond geweest. Het is het wanhopige tijdperk van de kleine mensen en de kleine dingen. Zo gaat het wanneer de leiders niet de kwaliteiten hebben om de nationale ambities hoog en ver te dragen; het volk valt terug in tribale, raciale of religieuze kleingeestigheid en de staat houdt zich beperkt tot het beheren van de saus-gombo en de soumbara. Om hun macht, die zij als eeuwig beschouwen, te redden, houden onze glorieuze leiders zich niet langer aan formaliteiten. Vanaf nu staan alle middelen toe, vooral de laagste. Het is het festival van kleingeestige berekeningen; wie kan mesquiniger zijn dan de ander.
Curieus genoeg zijn de aanhangers van een staatsgreep nog bedrevener in het vervalsen van teksten en het verdraaien van cijfers dan de fanatiekelingen van een derde termijn! Na tanks, pennen en gommen! De boodschap is duidelijk: koste wat koste moet de ware stem van de leider via de kiezers gehoord worden.
Guinee : de farce van de volkstelling
In Guinee begint het betrekken van feiten al bij de volkstelling. Kankan, de geboortestad van de heropgebouwde president, is twee keer zo bevolkt als Conakry. En hou je vast: de telling van Guineeërs buiten het land wordt in totaal geschat op 125.271 personen, genoeg om de Senegalese, Ivoriaanse, Libische en Sierra-Leoneense buren die miljoenen Guineeërs bij zich huisvesten tot lachen te brengen. De kleinigheid houdt daar niet op. Alpha Condé, Cellou Dalein Diallo en Sidya Touré (zij samen vertegenwoordigen zo’n 95% van het nationale electoraat) zijn uitgezonderd van het stemproces: de eerste zou te oud zijn, zo zeggen zij, en de twee anderen zijn uitgeschakeld voor tellingen om redenen die enkel bij de prins horen.
Côte d’Ivoire : de ivoiriteit opnieuw ingezet
In Ivoorkust, die zogenoemde ivoiriteit, een identiteit met wisselende vormen, een nationaliteit die afhankelijk is van de machtshal, maakt opnieuw furore. Aan het begin van deze eeuw was Alassane Ouattara het slachtoffer; vandaag zijn het zijn tegenstanders. Eenmaal aan de macht ontstaat bij hen zo’n drang om te bedriegen dat ze zelfs luizen op het hoofd van een kale man kunnen vinden. Men probeert ons te doen geloven dat Laurent Gbagbo, die zijn land een decennium lang heeft geleid, onwaardig is om te staan op de kieslijsten en dat Tidjane Thiam, een neef van Houphouët-Boigny, alle rechten heeft behalve dat om Ivoriaanse nationaliteit te verkrijgen.
In Togo, wanneer men de president niet kan veranderen, verandert men de Republiek. Faure Gnassingbé Eyadéma is niet langer staatshoofd maar premier. Het maakt niet uit; hij zou hetzelfde paleis, dezelfde auto en dezelfde slagkracht behouden, mocht men hem bombarderen tot chef-kok.
In Mali, Burkina Faso en Niger lijken de onzinnigheden die via de radio uitgaan niemand meer te misleiden. Het lijkt erop dat voor Assimi Goïta, Adourahamane Tiani en Ibrahim Traoré de strijd tegen terrorisme minder prioriteit heeft dan de strijd tegen democratische krachten die zij voeren. Ze brengen zoveel tijd door aan dit smerige werk dat geen enkele dag voorbijgaat zonder dat jihadisten een nieuw kruispunt openen. Met zo’n tempo verliest de aantrekkingskracht van demagogie zijn werking en, uit de mond van sommige leiders, verliezen ook zij alle smaak voor de nobele beginselen van soevereiniteit en pan-Afrikanisme.
In welk Afrika leven wij? Zowel onder civiele als onder militaire bewindvoering moet alles (de mooie idealen, de constituties, de partijen, de vakbonden, kerken en moskeeën) buigen voor de grillen van de leider. Onder civiele als onder militaire heerschappij is, om Clemenceau te citeren, men niet verplicht om de hele nacht naar zenders te luisteren om de winnaar van de stembus te kennen. Maar laten we niet spreken over dictatuur. Het schreeuwt ons leermeesters wel aan; het schijnt dat dit paarse woord onze gidsen irriteert. Laten we dus voorzichtig zijn en niet vergeten dat we in een democratie leven, maar fluisterend, want het is een democratie waarin de president niet alleen de regering benoemt, maar ook zijn tegenstanders benoemt.